De vleugel moest de volgende eigenschappen krijgen:
spanwijdte: ± 240 cm
profiel: HQW 2-9 of 10
driedelig met vlak middenstuk en opgeknikte "oren"
V-stelling oren: 5°; tippen 25°
(nog) geen rolroeren.
streefgewicht: 300 gr.
Bouwwijze: ribbenconstructie.
Met deze uitgangspunten zette ik me aan de digitale tekentafel (TurboCad 3.0) met onderstaand resultaat:
Het ontwerp:
Het middendeel heeft het profiel HQW 2-9, de oren verlopen van HQW 2-9 naar
HQW 2-10. Dit is ietwat ongebruikelijk maar de overtrekeigenschappen worden
hierdoor verbeterd omdat 2-10 wat later overtrekt dan 2-9. Een verdraaiing is
daardoor overbodig.
Om gewicht te sparen neemt de diepte van de D-box naar de tippen toe af, de
tippen zelf hebben helemaal geen D-box.
De vormgeving benadert die van een elliptische vleugel.
Alle houtsoorten van de oren zijn veel lichter dan die van het middendeel omdat
ze nu eenmaal minder belasting hoeven te verwerken. Het komt het dynamische
gedrag ook nog eens ten goede.
De ligger van het middendeel bestaat uit koolstofstrips van 4 X 0,6 met kops
gezaagd balsa als kern. De oren hebben balsa liggers met een zelfde kern, taps
toelopend van 4 naar 1 mm.
Omdat de ligger over de volle hoogte in de vleugel staat moeten de ribben worden
gedeeld. Dat stelt extra eisen aan het uitlijnen van de ribben maar de ligger
wordt zodoende optimaal benut.
De oren worden aan het middendeel gekoppeld met zelf vervaardigde koolstof
pennen van 10 X 2 mm. Ze passen in triplex kasten die in de ligger van het
middendeel zijn geïntegreerd.
De ribben worden van 1,5 mm. balsa vervaardigd zonder capstrips; in plaats
daarvan wordt een dunne balsa hulpligger tussen de ribben geplaatst die knik
moet voorkomen. De ribben van het middendeel staan op 5 cm steekafstand, die van
de oren op 6 cm.
laatst bijgewerkt op 20-10-2013