|
En ja, we hebben
de tocht alsnog gemaakt. Hoewel de weersverwachting niet al te
gunstig klonk stak de 3-Sessel nog netjes boven de bewolking uit, dus
reden we er naar toe en parkeerden aan het eind van de weg. Met de
sneeuwschoenen in de hand even naar boven gelopen en bij het begin
van de route 'aangetrokken'.
Het was -8° op weg hier naar toe,
maar er staat een fikse wind die het veel kouder doet lijken.
De
route is niet moeilijk te volgen, gewoon de grenspalen langs en
anders de sporen volgen van de tientallen die ons al zijn voorgegaan.
Niet vandaag trouwens, we zien geen mens.
Ten westen van de berg is
het bewolkt en de wind drijft die wolken over ons heen, waarna ze
oplossen. daardoor lopen we soms in de mist en dan weer in de zon.
Links van ons ligt het landschap in de volle zon, maar door het bos
er voor zien we daar weinig van. Wat later krijgen we beschutting van
het bos, hoewel daar eigenlijk nauwelijks sprake van kan zijn, want
het ziet er miserabel uit. Meer dode dan levensvatbare bomen. In het
begin zelfs als kegels door elkaar gegooid.
Ik voel wel dat
mijn conditie nog niet optimaal is, maar de hoogteverschillen zijn
gering en met sneeuwschoenen loop je toch al rustiger. Kort voor het
3-landenpunt ontmoeten we andere mensen: een op langlaufski's, een op
toerski's en een op schoenen met de sneeuwschoenen achter op de
rugzak. Hoe je je hier op ski's kunt wagen is me een raadsel, maar de
sporen zie je overal.
Met zo'n 1½
uur bereiken we het 3-landenpunt, dat nu in een kale vlakte ligt,
terwijl het in mijn herinnering toch meer in het bos lag. De
Plöckenstein ligt nog 1½ km verder, maar daar zien we vanaf en we keren om.
Nu tegen de wind
in, dat is wel even wat anders. Gelukkig is de temperatuur inmiddels
al wat gestegen, waardoor het nog draaglijk is. Bij het startpunt
aangekomen lopen we nog even omhoog naar het 3-Sesselhaus om wat op
temperatuur te komen. Het stukje terug naar de auto lopen we gewoon
op onze schoenen, dat gaat wel zo vlot. Jammer van de uitzichten,
maar toch een mooie tocht.
Thuis
gekomen ga ik toch maar een uurtje slapen, vanavond drinken we een
wijntje bij Rita en dan zit ik misschien te knikkebollen.
|