Hervormde Kerk Geesteren.

Het Gelderse Geesteren komt al in de 12e eeuw voorop de goederenlijst van de Graaf van Dalen, Heer van Diepenheim. In deze lijst komen namen voor van boerderijen in de zogeheten Parrochia Ghesterne.
De kerk zelf zou in de eerste helft van de 13e eeuw door de Heren van Borculo gesticht zijn, daarin gesteund door de Heer van Diepenheim.

geesteren.jpg (19032 bytes)In een oorkonde uit het jaar 1246 komt de parochie Geesteren weer voor.
Er moet overigens, voordat de kerk in de eerste helft van de 13e eeuw gebouwd werd, op dezelfde plaats een smaller gebouw hebben gestaan.

Schip en koor van de kerk dateren uit de late 15e eeuw, de toren is echter nog 14e-eeuws. Door het zadeldak is deze uniek in de Achterhoek. In de twee bovenste geledingen bevinden zich galmgaten met vroeggotische en romaanse deelzuiltjes, de laatste hebben teerlingkapiteeltjes.

Tijdens de 8o-jarige oorlog heeft het kerkgebouw veel te lijden gehad. Toen de Spanjaarden in 1582 Lochem belegerden, hielden ze in Geesteren dusdanig huis, dat de bevolking in de kerk vluchtte.
Na het vertrek van de Spanjaarden in 1586 heeft het Staatse Garnizoen van Lochem met de meeste huizen ook de kerk en de toren in brand gestoken om de vijand ieder steunpunt te ontnemen. Daarbij viel de torenspits naar beneden waardoor de gewelven instortten.

Pas in 1628 werd de kerk hersteld. De zuidmuur van de kerk is nog geheel van grijze tufsteen uit de eerste bouwtijd. Aan de noordzijde is duidelijk te zien hoe men daar met baksteen herstellingen heeft aangebracht.

De toren was al eerder hersteld en afgebouwd met zadeldak en trapgevels maar de gewelven zouden pas bij de restauratie van 1929/30 terugkomen.Toen ontdekte men nl. sporen van de oude gewelven, waarna deze werden gereconstrueerd.

Ook Geesteren kende zijn adel, in dit geval de Heren van de havezate Mensink.
Ze hadden een gestoelte in de kerk en het recht om in het koor te begraven. Een grafsteen van iemand uit dit geslacht, Mechteld Splint, gestorven in 1650, bleek als een stoep voor de vroegere oostelijke ingang van de kerk te zijn gebruikt en werd bij de restauratie van 1929/1930 in het torenportaal aangebracht.

In de kerk hangt een mooi wandkleed, in 1981 gemaakt door vrouwen uit de gemeente. Voorgesteld is de geschiedenis van Cliristophorus, oorspronkelijk de patroonheilige van de kerk.

In 1974 kwam de kerk in het bezit van een Rudolf Knol-orgel. Knol bouwde het orgel in 1800 voor het Gelderse Oosterwolde. Toen het in Geesteren kwam, werd het door de firma Flentrop uit Zaandam gerestaureerd.

Buiten kunt u in de schipmuren nog veel tufsteen ontdekken, maar wat u vooral niet moet overslaan is het steentje dat aan de zuidzijde van de toren met enkele andere is ingemetseld:
"Anno 1633 Tredt hir bi ende segget mi wie dat hir bur ofte edelman si,'.
Ooit zouden twee pijpbeenderen erboven hebben gezeten.
De steen hing dan ook boven de deur van het knekelhuis waar, na ruiming van de graven, arm en rijk door elkaar kwamen te liggen.

Een tekst om in gedachten te houden tijdens deze route.

 

laatst bijgewerkt op : 10-12-2003